Wie zit er bij u op de troon?


Bron: Volkskrant magazine zaterdag 25 april 2015

Kinderen die behandeld worden als prinsen of prinsessen krijgen het voor elkaar om alles te krijgen wat ze willen hebben. En als het alles krijgt dan begint dit als vanzelfsprekend te worden.

Vrijwel iedere ouder vindt zijn of haar kind bijzonder en dat wordt een probleem als de kinderen zelf ook gaan geloven dat ze geweldig zijn. Kinderen die door ouders worden overladen met complimenten ontwikkelen vaak narcistische trekken, met alle onaangename gevolgen van dien.

Deze kinderen hebben vaak een laag frustratiegehalte. Ze kunnen geen teleurstellingen aan en hebben geen rem op verlangens, want deze worden toch altijd ingewilligd. Ze kunnen niet tegen kritiek, vertonen agressief gedrag als ze gekrenkt worden en vallen ten prooi aan een verlammend gevoel van schaamte als ze ‘afgaan’. Het worden vaak onaangename volwassenen. En het slechte nieuws is er zijn er steeds meer.

Hoe kweek je een prins of prinsesje?

Een gezonde dosis zelfwaardering is alleen maar prettig in het latere leven, terwijl narcistische trekjes; zichzelf heel goed vinden, niet tegen kritiek kunnen, alles willen hebben, geen grenzen aanvaarden, angst en agressie in de hand kunnen werken.

Voorheen werd aangenomen dat gebrek aan ouderlijke warmte prinsen en prinsessen kweekte maar gelukkig is uit onderzoek gebleken dat dat niet klopt. Kinderen ontwikkelen die irritante trekjes juist doordat ze de opgeblazen mening van hun ouders overnemen en zich eigen maken. Enige terughoudendheid in het complimenteren van je kind is dus aan te bevelen. Wanneer je je als ouder onzeker voelt en je wilt die onzekerheid niet overdragen op je kind neig je ernaar om je kind veel complimenten te geven zodat je kind zich wel zeker durft te voelen. Maar een kind is enorm sensitief en vangt die onzekerheid van ouders toch wel op. Maar omdat de nadruk steeds wordt gelegd op wat er zo goed gaat, leert het kind dat ‘geweldig zijn’ de norm is. Wat je dan vaak ziet is dat kinderen hun onzekerheid op een ander manier etaleren.

Wat kun je wel doen?

Gewenst gedrag benoemen en dat te koppelen aan het positieve effect dat er door ontstaat. Dus niet: ‘wat ben je lief’ als je kind zijn broertje helpt, maar: ‘ik zie dat je je broertje helpt, wat werk je goed mee aan de sfeer’. Of: ‘wist je dat omdat je zo hard gewerkt hebt dat je goede cijfers hebt gehaald op school?’

Dan snappen kinderen dat ze door hard te werken goede cijfers halen en dat ze dit dan zelf gedaan hebben en dit niet hebben gedaan om hun ouders te laten zien hoe geweldig ze zijn. Kinderen moeten leren omgaan met teleurstellingen, verdriet, boosheid, bang zijn, leren incasseren. Wanneer het geld op is gegaan aan computerspelletjes in plaats aan kleren zal het moeten wachten om die nieuwe spijkerbroek te kunnen kopen.

‘Opvoeden lijkt nu vooral leuk te moeten zijn’. Ouders voelen zich vaak ongemakkelijk als ze consequenties van ongewenst gedrag moet uitvoeren. Toch is dat nodig, en dat is ook wat kinderen willen want anders kweek je vreselijke mensen.